Dat de Handelshuurwet niet meer afgestemd was op de wijzigende retailmarkt, bleek des te duidelijker door de opkomst van de pop up-stores.
Hoe kon de almaar toenemende vraag naar huurovereenkomsten van korte duur opgevangen worden, zonder te veel afbreuk te doen aan de bestaande wetgeving en bescherming van de partijen?
Op 1 september 2016 trad het decreet van 17 juni 2016 houdende huur van korte duur voor handel en ambacht in werking.
Het decreet wijzigt de bepaling inzake de ‘gelegenheidshuur’ als uitzondering op het toepassingsgebied van de Handelshuurwet, en maakt dat “de huur die schriftelijk is afgesloten voor een termijn die gelijk is aan of korter dan 1 jaar” niet onder de dwingende bepalingen van de Handelshuurwet valt.
Enige voorzichtigheid bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten blijft wel geboden.
Indien de totale looptijd toch langer dan één jaar zou bedragen, bv. ingevolge verlenging(en), dan zal de overeenkomst geacht worden van meet af aan te zijn aangegaan als Handelshuurovereenkomst, en dus voor minstens negen jaar.
Er zal dus een bijzondere aandacht van de verhuurder noodzakelijk zijn om de looptijd (inclusief schriftelijk toegestane verlengingen of stilzwijgende verderzetting) van de overeenkomst in de gaten te houden.
Kunnen de (flexibele, ‘made-to-measure’) precaire bezettingsovereenkomsten nog dienen?
Net door het inschrijven van deze uitzondering voor handelsverhuringen van korte duur, lijkt de kans reëel dat tijdelijke of precaire bezettingsovereenkomsten met een looptijd van meer dan één jaar strenger beoordeeld zullen worden, en nog veel sneller de stempel van ‘verdoken’ handelshuurovereenkomst zullen krijgen.
De bezetting ter bede, indien correct toegepast, zal kunnen blijven bestaan, aangezien de doelstelling van dergelijke bezetting fundamenteel verschilt van een huurovereenkomst. In sommige gevallen zal de bezetting ter bede nog steeds meer geschikt zijn om de verhoudingen tussen huurder en verhuurder vast te leggen dan de nieuwe pop up-overeenkomst.
De bestaande overeenkomsten met een korte duurtijd zullen aldus moeten worden geanalyseerd, en eventueel aangepast worden, dan wel beëindigd en vervangen worden door een nieuwe pop up-overeenkomst.
Enkel de huurder kan een pop up-overeenkomst vroegtijdig beëindigen. De verhuurder kan enkel vroegtijdig beëindigen mits een schriftelijk akkoord met de huurder.
De verhuurder dient aldus op voorhand goed na te gaan welke duurtijd voor hem wenselijk is.
Het decreet komt in belangrijke mate tegemoet aan de verzuchtingen, maar kan nu wel problemen doen rijzen voor de bestaande overeenkomsten, en is alleszins geen sluitende oplossing voor overeenkomsten die langer zouden kunnen duren, maar waarvoor een handelshuurovereenkomst nog steeds niet gewenst is.