Tewerkstelling van studenten wordt flexibeler

studentenarbeid

 

Studenten kunnen momenteel slechts 50 dagen per jaar werken aan verlaagde sociale zekerheidsbijdragen. Deze uitdrukking van het contingent in dagen is zowel voor de student als voor de werkgever zeer nadelig, aangezien men thans onverwijld één dag aftrekt van het contingent bij slechts enkele gewerkte uren.

 

De Rijksdienst Sociale Zekerheid registreerde in 2015 maar liefst 480.000 jobstudenten in ons land.

 

Dankzij twee milderende maatregelen die werden uitgewerkt in de Ministerraad zal de tewerkstelling van studenten voortaan flexibeler en correcter verlopen.

 

 

  1. Sedert 1 juli 2016 is de werkgever immers niet meer verplicht de student eerst 50 dagen onder het studentenstatuut te laten werken en bijgevolg het studentencontingent uit te putten. Het is voortaan mogelijk om een student reeds vanaf dag één te werk te stellen als een gelegenheidsarbeider, een regeling die vooral in de horeca alsook in de land- en tuinbouwsector veel opportuniteiten biedt.

     

    Zo u er wel voor kiest om een student eerst 50 dagen aan het voordelige RSZ-tarief te werk te stellen, dient u op te passen dat deze periode achteraf door de RSZ niet wordt aanzien als een ‘goedkope proefperiode’. U loopt dan namelijk het risico dat voor die periode alsnog de gewone sociale zekerheidsbijdragen dienen te worden betaald.

     

    U kan dit vermijden door een duidelijk verschil te laten bestaan tussen de vakantiejob en de permanente job, bijvoorbeeld doordat de student twee verschillende functies bekleedt tijdens de 50 dagen en daarna, of door middel van een onderbreking tussen beide tewerkstellingen.

     

     

  2. Vanaf 1 januari 2017 zal het studentencontingent bovendien niet langer uitgedrukt worden in dagen, maar zal een student jaarlijks 475 uren kunnen presteren.

     

    Studenten kunnen op deze manier makkelijker worden ingezet op piekmomenten voor slechts enkele uren, zonder dat zij een volledige dag van hun contingent verliezen.

     

    Bovendien zal ook het sanctiemechanisme worden versoepeld wanneer het contingent wordt overschreden. Vanaf 1 januari 2017 zal immers enkel de gewone RSZ-bijdrage verschuldigd zijn op het overschreden gedeelte, in tegenstelling tot de huidige regeling waarbij een verrekening plaatsvindt voor de gehele periode van tewerkstelling.

     

    Wat betreft de gevolgen in de praktijk waar u nu reeds rekening mee dient te houden zo u nu reeds toekomstige prestaties van studenten wenst te verwerken in DIMONA, vestigt de RSZ de aandacht op volgende bijzonderheden:

  • Het is thans niet meer mogelijk om een DIMONA-aangifte in te sturen voor studenten met een begin- en/ of einddatum in 2017;

     

  • Voor contracten die u afsluit in 2016 en eindigen in 2017, dient u als einddatum 31/12/2016 op te nemen;

     

  • U zal de tewerkstellingsuren in 2017 pas vanaf december 2016 kunnen reserveren.

     

Praktijkdomein(en)