Toename digitalisering zorgt voor vernieuwing van fiscale procedure: seminarie 7 maart 2017

digitalisering

Toename digitalisering zorgt voor vernieuwing van fiscale procedure

 

Computers, smartphones, Ipads, …, de 21ste eeuw gaat de geschiedenis in als tijdperk van digitalisering. DE grote vraag blijft of de fiscale administratie mee is geëvolueerd.

 

Wettelijk wordt aangenomen dat een elektronisch ingediende fiscale aangifte gelijkgesteld wordt met een gewaarmerkte, gedagtekende en ondertekende aangifte.

Maar wat met een administratieve betwisting, bezwaarschriften, vragen om inlichtingen, berichten van wijziging, … In welke mate is er ruimte voor digitalisering in de procedure? Heeft een email bewijskracht t.a.v. de administratie?

 

Sinds jaar en dag bestaat er discussie over de afbakening van de onderzoeksbevoegdheid van de fiscale administratie. Fiscale ambtenaren hebben onder bepaalde voorwaarden toegang tot de bedrijfslokalen van de belastingplichtige, het zogenaamde visitatierecht. Is het visitatierecht verenigbaar met het grondrecht van de belastingplichtige op eerbiediging van zijn privéleven? Mag de belastingambtenaar binnengluren om alzo vaststellingen te doen? Mag de belastingambtenaar zonder toestemming van de belastingplichtige kijken in computerbestanden of er kopie van nemen? Moeten boeken en bescheiden plaatselijk worden onderzocht of kan de fiscus inzage eisen op het belastingkantoor?

 

En wat met ongeldig verkregen bewijzen? Onder welke voorwaarden kunnen deze toch worden gebruikt bij het taxatieproces?

 

Door de toenemende fiscale transparantie en internationale uitwisseling van inlichtingen (digitalisering) ontvangt de fiscus een grote toevloed aan informatie. Met de Programmawet van 1 juli 2016 heeft de wetgever een aantal wijzigingen doorgevoerd aan de fiscale procedureregels inzake de onderzoeks- en aanslagtermijnen. Tijdens het seminarie wordt een overzicht gegeven van de verschillende termijnen die vandaag bestaan.

 

Spreker

Joke Vanden branden

Advocaat ELEGIS, Prof. FHS