Overeenkomstig artikel 4.8.26, §1, lid 2 VCRO (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) doet de Raad voor Vergunningsbestwistingen in zaken ten gronde uitspraak binnen een ordetermijn van zestig dagen die ingaat de dag na deze van de zitting.
Voor schorsingszaken hanteert de Raad een ordetermijn van dertig dagen die ingaat de dag na deze van de zitting.
De ervaring leert echter dat omwille van o.a. onderbezetting en grote instroom aan zaken sinds de oprichting, de Raad er niet in slaagt om deze termijnen te respecteren.
Om dit euvel te verhelpen heeft de Raad in haar jaarlijkse beleidsplan een prioriteitenorde opgemaakt waarin wordt verduidelijkt hoe de reeds hangende zaken en de nieuw inkomende zaken zullen worden behandeld.
In hoofdorde wenst de Raad er met deze prioriteitenorde voor te zorgen dat de werkvoorraad voor de eerste drie kamers niet verder aangroeit en dat de nieuwe vierde kamer (sinds 1 oktober 2011 voorgezeten door Raadslid mevrouw Nathalie Declercq) geen achterstand opbouwt.
Voor wat de hangende zaken betreft
Voor de hangende zaken die pas vanaf 1 september 2011 in beraad genomen worden, stelt de Raad voorop dat uitspraak zal volgen doen binnen de decretaal voorziene termijn van zestig dagen voor wat betreft de zaken ten gronde, en binnen een termijn van dertig dagen voor wat betreft de schorsingszaken.
Voor de hangende zaken die reeds voor 1 september 2011 in beraad genomen werden, wil de Raad eerst uitspraak doen in de schorsingszaken die in het eerste werkjaar in beraad zijn genomen en waarvoor nog geen arrest werd uitgesproken.
Vervolgens zal de Raad uitspraak doen over de zaken ten gronde die vanaf het eerste werkjaar tot 31 augustus 2011 in beraad genomen zijn en de schorsingszaken die tijdens het tweede werkjaar in beraad genomen zijn. De dossiers waarin een vergunning werd afgeleverd zullen eerder behandeld worden dan de dossiers waarin een vergunning werd geweigerd.
Voor wat de nieuwe zaken betreft
Wat de nieuwe zaken betreft die bij de Raad aanhangig worden gemaakt, zal de Raad aldus trachten er voor te zorgen dat deze geen achterstand oplopen.
Deze zaken zullen ook prioritair worden opgeroepen op zitting en ook hier geldt het principe dat zaken waarin een vergunning werd afgeleverd eerder behandeld worden dan de zaken waarin een vergunning werd geweigerd.
De nieuwe zaken waarin ook om een schorsing wordt verzocht, zullen zo spoedig mogelijk opgeroepen worden ter zitting.
De Raad heeft hiertoe intern de nodige reorganisaties doorgevoerd. Praktisch gezien komt het er op neer dat één kamer de schorsingsverzoeken zal behandelen en afhankelijk van de beslissing aangaande de schorsing wordt de zaak ten gronde behandeld door dezelfde kamer, of kan ze worden doorverwezen naar een andere kamer.
Of deze prioriteitenorde zijn vruchten afwerpt, zal in de komende weken duidelijk moeten worden.
Meer informatie aangaande het beleidsplan van de Raad voor Vergunningsbetwistingen vindt U alvast terug op de website van de Raad: www.rvvb.be